De brief van het Openbaar Ministerie eindigt met de onderstaande alinea: "Ik heb ervan afgezien het lid op de hoogte te stellen van de beoogde instelling van een onderzoeksprocedure tegen betrokkene, omdat momenteel niet kan worden uitgesloten dat hij nog andere inkomsten heeft verkregen uit soortgelijke, de bevoegde belastinginstanties nog niet bekende evenementen, zodat een kennisgeving hem eventueel in staat zou stellen belastend bewijsmateriaal te laten verdwijnen en zodoende de vaststelling van de feiten onmogelijk te maken".
La lettre du procureur se termine sur le paragraphe suivant: « Je me suis abstenu d’informer le député de mon intention de faire effectuer une enquête sur lui parce qu’il ne peut être exclu à ce stade qu’il ait perçu des revenus supplémentaires de sources comparables desquels les autorités fiscales compétentes n’ont pas connaissance pour l’heure. Lui faire part de mon intention d’ouvrir une enquête pourrait lui permettre de faire disparaître des preuves compromettantes et compromettrait le processus de recherche de la vérité en la matière».