(80) Zie in dit verband het in noot 21 aangehaalde arrest in de zaak Consten en Grundig, waar het Hof van Justitie oordeelde dat de verbeteringen in de zin van de eerste voorwaarde van artikel 81, lid 3, merkbare en objectieve voordelen met zich dient te brengen van zodanige aard, dat daardoor de op het vlak van de concurrentie optredende nadelen worden gecompenseerd.
(80) Sur ce point, voir l'arrêt Consten et Grundig cité à la note 21, dans lequel la Cour de justice a considéré que l'amélioration au sens de la première condition de l'article 81, paragraphe 3, doit présenter des avantages objectifs sensibles, de nature à compenser les inconvénients en résultant sur le plan de la concurrence.