In dit verband heeft het Europees Parlement twee resoluties aangenomen (op 13 maart en 5 april 2001) waarin onder andere, naast aspecten die ver
band houden met een grotere transparantie van het proces, wordt aangedrongen op een controleprocedure krachtens welke "de Commissie, in een gedragscode of een soortgelijk verbindend mechan
isme, de toezegging moet doen dat zij niet de in de resolutie van het Europees Parlement gedane waarschuwing zal negeren dat de ontwerpuitvoeringsmaatregelen die aan het Comité voor het effectenbedrijf wor
den voorge ...[+++]legd niet verder mogen gaan dan door de kaderwetgeving bepaalde uitvoeringsmaatregelen en dat bij de voorbereiding ervan de vereiste transparantie en raadpleging in acht moeten worden genomen".
Dans ces conditions, le Parlement européen a adopté deux résolutions (du 13 mars et du 5 avril 2001) demandant outre, des aspects liés à une meilleure transparence du processus, une procédure de droit de regard par laquelle "la Commission devrait s'engager dans un code de conduite ou par un mécanisme contraignant similaire à ne pas aller à l'encontre d'une résolution du Parlement européen selon laquelle le projet de mesures d'exécution présenté au Comité des valeurs mobilières excéderait les pouvoirs d'exécution prévus dans la législation cadre ou n'aurait pas été élaboré conformément aux exigences de transparence et de consultation".