Vertaling van "grootste relatieve dalingen werden " (Nederlands → Frans) :

De grootste relatieve dalingen werden gemeld in Roemenië (-18 %), Slowakije (-15 %), Spanje (-14 %), Bulgarije en Portugal (-13 %), Estland, Malta en Griekenland (‑12 %), Hongarije en Litouwen (-11 %), terwijl de stapel groeide in Luxemburg (+8 %), Nederland (+4 %) en Denemarken (+3 %).
La baisse a été la plus importante, en termes relatifs, en Roumanie (-18 %), en Slovaquie (-15 %), en Espagne (-14 %), en Bulgarie et au Portugal (-13 %), en Estonie, à Malte et en Grèce (-12 %), en Hongrie et en Lituanie (-11 %). Une augmentation a en revanche été observée au Luxembourg (+8 %), aux Pays-Bas (+4 %) et au Danemark (+3 %).

De grootste relatieve dalingen deden zich voor in Roemenië (-20 %), Malta (-17 %), Bulgarije (-13 %) en Slowakije (-9 %), terwijl er een toename te zien was in met name Nederland (+6 %), Polen (+4 %) en Frankrijk (+4 %).
Les baisses relatives les plus importantes concernent la Roumanie (-20 %), Malte (-17 %), la Bulgarie (-13 %) et la Slovaquie (-9 %), tandis qu’une hausse est observée notamment aux Pays-Bas (+6 %), en Pologne (+4 %) et en France (+4 %).

De grootste relatieve dalingen waren te zien in Slowakije (‑36 %), Tsjechië (-33 %), Slovenië (-28 %), Bulgarije (-26 %), Polen (-22 %), Hongarije (-19 %), Malta (-18 %), Litouwen (-16 %) en Roemenië (-14 %).
La baisse a été la plus forte, en termes relatifs, en Slovaquie (-36 %), en République tchèque (-33 %), en Slovénie (-28 %), en Bulgarie (-26 %), en Pologne (-22 %), en Hongrie (-19 %), à Malte (-18 %), en Lituanie (-16 %) et en Roumanie (-14 %).

Wat de relatieve veranderingen betreft, werden de grootste bkg-emissiedalingen vastgesteld in Estland (16,1 %), Roemenië (14,7 %) en Bulgarije (13,8 %).
En termes d'évolution relative, les plus importantes réductions des émissions de GES ont été observées en Estonie (16,1 %), en Roumanie (14,7 %) et en Bulgarie (13,8 %).

In tweederde van de EU-landen is het bruto beschikbaar gezinsinkomen tussen 2009 en 2011 gedaald. De grootste dalingen werden genoteerd in Griekenland (15,7%), Ierland (9%) en in Litouwen, Spanje, Cyprus en Hongarije (telkens meer dan 4%).
Le revenu disponible brut des ménages a baissé dans les deux tiers des pays de l’Union entre 2009 et 2011. Les baisses les plus importantes ont été enregistrées en Grèce (15,7 %), en Irlande (9 %), ainsi qu’en Lituanie, en Espagne, à Chypre et en Hongrie (plus de 4 % dans chacun de ces États membres).