In die context merkte het Hof op dat de omstandigheden van de zaak niet wezen op een beperking van de vrijheid van beweging van de betrokken persoon die voldoende groot was opdat de bijstand van een advocaat vanaf dat ogenblik vereist kon zijn (EHRM, 18 februari 2010, Zaichenko t. Rusland, §§ 47-48).
Dans ce contexte, la Cour relève que les circonstances de l'espèce ne font pas apparaître une limitation de la liberté de mouvement de la personne concernée suffisante pour que l'assistance d'un avocat puisse être requise dès ce moment (CEDH, 18 février 2010, Zaichenko c. Russie, §§ 47-48).