Daarbij wordt verwezen naar de rechtspraak van het Hof in het arrest nr. 38/91 van 5 december 1991 : « de nieuwe redactie van artikel [24] en de nieuwe
bevoegdheid die de Grondwetgever bij artikel [142] van de Grondwet tezelfdertijd a
an het Arbitragehof heeft toegekend duiden er ondubbelzinnig op dat het Hof de bestaanbaarheid van de onderwijswetgeving met artikel [24] op dezelfde wijze dient te onderzoeken als het andere wetskrachtige normen aan de artikelen [10] en [11]
...[+++]toetst».
A cet égard, il est renvoyé à la jurisprudence de la Cour dans l'arrêt n° 38/91 du 5 décembre 1991 : « la rédaction nouvelle de l'article [24] et la compétence nouvelle que le Constituant a donnée simultanément à la Cour d'arbitrage par l'article [142] de la Constitution indiquent sans équivoque qu'il appartient à la Cour de vérifier la compatibilité des normes législatives relatives à l'enseignement avec l'article [24] de la Constitution, de la même manière qu'elle contrôle la conformité d'autres normes législatives aux articles [10] et [11]».