Voor de grondwaterlichamen waarvoor significante en aanhoudende stijgende tendensen in de concentratie van verontreinigende stoffen worden vastgesteld en indien de concentratie groter is dan op het beginpunt , bewerkstelligen de lidstaten een omkering van deze tendens door middel van het in artikel 11 van Richtlijn 2000/60/EG bedoelde maatregelenprogramma teneinde de verontreiniging van het grondwater geleidelijk te verminderen en een achteruitgang van de toestand te voorkomen .
Pour les masses d'eau où des tendances à la hausse significatives et durables des concentrations de polluants qui dépassent les concentrations initiales ont été identifiées, les États membres inversent ces tendances au moyen du programme de mesures visé à l'article 11 de la directive 2000/60/CE, afin de réduire progressivement la pollution des eaux souterraines et d'éviter toute détérioration.