« Art. 37 bis. Behalve wanneer het een rechtgevend kind aan het in artikel 18 bedoelde bedrag betreft, wordt, wanneer het derde van de kinderbijslag voor een kind dat geplaatst is overeenkomstig artikel 33 op zijn naam op een spaarrekening moet gestort worden, het bedrag van de kinderbijslag voor dat kind vastgesteld alsof het deel uitmaakte van het gezin van de rechthebbende, in functie van zijn rang volgens de chronologische orde van de geboorten van de andere kinderen die een groep vormen rond de bijslagtrekkende of de bijslagtrekkenden van dat gezin.
« Art. 37 bis. Sauf lorsqu'il s'agit d'un enfant bénéficiaire du taux visé à l'article 18, lorsque le tiers des allocations familiales dû en faveur de l'enfant placé au sens de l'article 33 doit être versé sur un compte d'épargne ouvert à son nom, le montant de l'allocation familiale en faveur de cet enfant est fixé, comme s'il faisait partie du ménage de son attributaire, en fonction de son rang dans la chronologie des naissances des autres enfants formant un groupe autour de l'allocataire ou des allocataires de ce ménage.