Art. 12. § 1. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd tot de graad van actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13), worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad van actuaris geacht verricht te zijn in de nieuwe graad van rang 13.
Art. 12. § 1. Pour le calcul de l'ancienneté de grade des agents nommés au grade d'actuaire (carrière plane en extinction) (rang 13), les services prestés dans le grade rayé d'actuaire sont censés avoir été accomplis dans le nouveau grade du rang 13.