Zo kan de administratieve overheid die een beslissing moet nemen over een aanvraag om stedenbouwkundige vergunning, bij ontstentenis van iedere toepasbare planologische bepaling, uitgaan van een goede ordening van de plaatsen die gelijkt op die welke bevestigd was in een gewestelijk bestemmingsplan dat niet meer geldt, wanneer zij daartoe komt na afloop van een bijzonder onderzoek van het haar voorgelegde geval en niet omdat zij meent zich naar een dergelijk project te moeten schikken (R.v.S., 21 maart 1988, nr. 26.288).
Ainsi, l'autorité administrative devant statuer sur une demande de permis d'urbanisme peut, en l'absence de toute disposition planologique applicable, se faire une conception semblable à celle qu'un projet de plan régional d'affectation du sol devenu sans effet consacrait, dès lors qu'elle y aboutit au terme d'un examen particulier du cas qui lui est soumis et non parce qu'elle estime devoir se conformer à un tel projet (C. E., 21 mars 1988, n° 26.288).