In artikel 2, e), van het Verdrag wordt de uitdrukking « opbrengst van misdrijven » omschreven als ieder goed dat rechtstreeks of onrechtstreeks is verkregen uit het plegen van een delict, dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks is verkregen tijdens het plegen ervan.
L'article 2, e), de la convention définit l'expression « produit du crime » comme tout bien provenant directement ou indirectement de la commission d'une infraction ou obtenu directement ou indirectement en la commettant.