3. is van oordeel dat de lidstaten de actieve plicht hebben alle b
urgers vrijheid van godsdienst en vrijheid van geweten te garanderen en ervoor te zorgen dat de publieke en staatsinstellingen op alle regeringsniveaus alle burgers vertegenwoordigen, ongeacht hun overtuiging, godsdienst of filosofie, en zonder discriminatie; wijst erop dat een hoog niveau van bescherming van de rechten en vrijhe
den de behoefte aan gerechtelijke interventie zal doen afnemen; is de mening toegedaan dat de lidstaten de vrijheid van godsdienst en geweten
...[+++] van al dan niet georganiseerde minderheden moeten waarborgen en beschermen, ook door burgers ertoe aan te sporen in wederzijds respect, binnen hun gemeenschappen, consensuele oplossingen te vinden; 3. juge que les États membres ont la responsabilité active de garantir à tous les citoyens la libert
é de religion et de conscience, et de veiller à ce que les institutions étatiques et publiques à tous les niveaux de pouvoir, représentent tous les citoyens, sans distinction de croyance, de religion ou de conviction philosophique et sans discrimination; souligne qu'un degré élevé de protection des droits et des libertés réduira la nécessité d'une intervention de la justice; estime que les États membres doivent garantir et protéger la liberté de religion et de conscience des minorités, qu'elles soient organisées ou non, en encourageant a
...[+++]ussi les citoyens à rechercher des solutions consensuelles au sein de leurs communautés, dans le respect mutuel;