Ten aanzien van de kinderen van de gezinshereniger die subsidiaire bescherming geniet, volgt uit de in B.15.6 vermelde redenen dat de uitzonderingen van artikel 10, § 2, vijfde lid, van de wet van 15 december 1980 eveneens op hen van toepassing zijn, ongeacht of de verblijfstitel van de gezinshereniger van beperkte of onbeperkte duur is.
En ce qui concerne les enfants du regroupant qui bénéficie de la protection subsidiaire, il ressort des motifs exposés en B.15.6 que les exceptions de l'article 10, § 2, alinéa 5, de la loi du 15 décembre 1980 leur sont également applicables, que le titre de séjour du regroupant soit délivré à durée limitée ou illimitée.