Op grond van de gezamenlijke lezing van de artikelen 11, § 3, en 5, § 4, 2°, b), die te dezen in het geding zijn, wordt een wapenvergunning geweigerd aan personen die als dader of medeplichtige veroordeeld zijn wegens een van de misdrijven bepaald in de artikelen 101 tot 135quinquies, 193 tot 214, 233 tot 236, 269 tot 274, 313, 322 tot 331, 336, 337, 344, 345, 347bis, 392 tot 415, 423 tot 442, 461 tot 488, 510 tot 518 en 520 tot 525 van het Strafwetboek.
Sur la base de la lecture conjointe des articles 11, § 3, et 5, § 4, 2°, b), qui sont en cause en l'espèce, une autorisation de détention d'armes est refusée à des personnes qui ont été condamnées comme auteur ou complice pour avoir commis une des infractions prévues par les articles 101 à 135quinquies, 193 à 214, 233 à 236, 269 à 274, 313, 322 à 331, 336, 337, 344, 345, 347bis, 392 à 415, 423 à 442, 461 à 488, 510 à 518 en 520 à 525 du Code pénal.