Daaromtrent heeft het Arbitragehof vroeger in overweging genomen, inzonderheid op het gebied van vervolgingen inzake schadeloosstellingen en interesten gericht tegen de Staat, dat het gebruik van verschillende verjaringstermijnen ten aanzien van particulieren en ten aanzien van het openbaar gezag matig gerechtvaardigd is ten aanzien van de artikels 10 en 11 van de Grondwet (onder andere arrest nr. 42/2002, arrest nr. 85/2001).
A ce propos, la Cour d'arbitrage a considéré par le passé, notamment en matière d'actions en dommages et intérêts dirigées contre l'État, que l'utilisation de délais de prescriptions différents à l'égard des particuliers et à l'égard des autorités publiques était raisonnablement justifiée au regard des articles 10 et 11 de la Constitution (entre autres arrêt n° 42/2002; arrêt n° 85/2001).