Art. 2. Met toepassing van artikel 38, § 2, van het decreet van 26 april 1999 betreffende het gewoon basisonderwijs stemt het betrekkingenpakket van de vestiging van Recht bepaald voor het onderwijzend personeel en de cursussen godsdienst en niet-confessionele zedenleer voor de periode tussen het schooljaar 2000-2001 en het schooljaar 2003-2004 overeen met ten minste het totaal van het betrekkingenpakket bereikt door beide vestigingen van Recht tijdens het schooljaar 1999-2000.
Art. 2. En application de l'article 38, § 2, du décret du 26 avril 1999 relatif à l'enseignement fondamental ordinaire, le capital emplois de l'implantation de Recht pour le personnel enseignant et les cours de religion et de morale non-confessionnelle pour la période allant de l'année scolaire 2000-2001 jusqu'à la fin de l'année scolaire 2003-2004 équivaut au moins à la somme du capital emplois obtenu par les deux implantations de Recht pendant l'année scolaire 1999-2000.
