Art. 4. § 1. Personeelsleden van het ministerie en van instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap evenals de personeelsleden uit het onderwijs die rechtstreeks of onrechtstreeks door de Duitstalige Gemeenschap worden bezoldigd, kunnen slechts aanspraak maken op presentiegelden indien de vergadering buiten hun gewone arbeidstijd valt.
Art. 4. § 1. Les membres du personnel du Ministère et des organismes d'intérêt public de la Communauté germanophone ainsi que les membres du personnel de l'enseignement rétribués directement ou indirectement par la Communauté germanophone ne peuvent prétendre au bénéfice des jetons de présence que si la réunion se déroule en dehors de leurs heures normales de service.