Ten vierde, wat betreft de toepassing van het beginsel van het gewettigd vertrouwen, betoogt het merendeel van de belanghebbenden — begunstigden van de regeling — dat zij steeds in de overtuiging verkeerden dat de betrokken maatregel geen staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag was.
S'agissant, quatrièmement, de l'application en l'espèce du principe de la confiance légitime, la majorité des parties intéressées — bénéficiaires du régime — soutiennent qu'elles ont toujours eu la conviction que la mesure en cause n'était pas une aide d'État au sens de l'article 87, paragraphe 1, du traité.