Art. 4. De artikelen 2, 1°, 4, 6 tot 10, 14, 2°, 19, 20, 22, 23, 24, 1° tot 5°, 25, 1°, 26, 27, 29 tot 35 treden in werking op de door de Regering bepaalde datum die aan de inwerkingtreding va
n de bijzondere wet houdende wijziging, om aan de gemeenschappen aanvullende middelen toe te kennen, van de wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de g
emeenschappen en de gewesten en van de wet tot opheffing, met als
doel het ontbinden ervan, van het FESC, van artike
...[+++]l 107 van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, niet mag voorafgaan.
Art. 38. Les articles 2, 1°, 4, 6 à 10, 14, 2°, 19, 20, 22, 23, 24, 1° à 5°, 25, 1°, 26, 27, 29 à 35 entrent en vigueur à la date fixée par le Gouvernement qui ne peut être antérieure à l'entrée en vigueur de la loi spéciale modifiant, en vue d'octroyer des moyens supplémentaires aux Communautés, la loi du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions et de la loi abrogeant, en vue de dissoudre le FESC, l'article 107 des lois coordonnées du 19 décembre 1939 relatives aux allocations familiales pour les travailleurs salariés.