In casu is de verhoging van de belastbare grondslag van de gewestelijke gemeenschappelijke vervoersmaatschappijen en de andere getroffen verzoekers in strijd met de federale loyauteit doordat de gewestbevoegdheid inzake gemeenschappelijk vervoer onmogelijk wordt gemaakt en doordat die verhoging ingaat tegen de federale regeringsverklaring waarin gecoördineerde maatregelen om het mobiliteitsvraagstuk te beheersen in het vooruitzicht werden gesteld en dit in overleg met de gewesten en met inachtneming van de bevoegdheid van de gewesten.
En l'espèce, l'élargissement de l'assiette imposable des sociétés régionales de transport en commun et des autres requérants est contraire à la loyauté fédérale en ce que la compétence régionale en matière de transport public est ainsi rendue impossible et en ce que cet élargissement va à l'encontre de la déclaration du Gouvernement fédéral qui annonçait des mesures coordonnées en vue de maîtriser la problématique des déplacements et ce, en concertation avec les régions et dans le respect des compétences de ces dernières.