5. De controleambtenaren zijn door de instructies en documentatie waarover zij beschikken op de hoogte van het bestaan van de bepalingen van het Strafwetboek die op agressie van toepassing kunnen zijn zoals smaad (artikel 276), geweldplegingen (artikel 280 eerstvolgende), zware bedreigingen (artikel 327), evenals van de wetsbepalingen inzake corruptie (wet van 10 februari 1999) en het Handvest van de gebruiker van de openbare diensten.
5. Les agents de contrôle sont informés, par les instructions et la documentation dont ils disposent, de l'existence des dispositions du Code pénal applicables aux cas d'agression, tels l'outrage (article 276), les voies de fait (articles 280 et suivants), les menaces graves (article 327), ainsi que des dispositions légales relatives à la corruption (loi du 10 février 1999) et de la Charte de l'utilisateur des services publics.