De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over een mogelijke discriminatie tussen Belgische kinderen wat
het voordeel van de gewaarborgde gezinsbijslag betreft : de Belgische kinderen van wie de ouders vreemdeling zijn en niet zijn toegelaten noch gemachtigd in België te verblijven of zich er te vestigen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, kunnen geen gewaarborgde gezinsbijslag genieten, terwijl de Belgische kinderen van wie de ouders Belg zijn of vreemdeling toegelaten of gemachtigd in België te ver
...[+++]blijven of zich er te vestigen, die gezinsbijslag wel kunnen genieten.
Le juge a quo interroge la Cour sur une éventuelle discrimination entre enfants belges en ce qui concerne le bénéfice des prestations familiales garanties : les enfants belges dont les parents sont étrangers et ne sont ni admis ni autorisés à séjourner en Belgique ou à s'y établir, conformément aux dispositions de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, ne peuvent bénéficier des prestations familiales garanties alors que les enfants belges dont les parents sont belges ou étrangers admis ou autorisés à séjourner en Belgique ou à s'y établir peuvent en bénéficier.