Krachtens artikel 1 ervan zijn de in het Handvest van de
sociaal verzekerde vastgestelde beginselen van toepassing op « iedere persoon en op iedere instelling van sociale zekerheid », inzonderheid
met inbegrip van « alle regelingen van het stelsel van sociale bijstand, bestaande uit de tegemoetkomingen aan gehandicapten, het recht op een bestaansminimum, het maatscha
ppelijk welzijn, de gewaarborgde gezinsbijslag en het gewaarborgd
...[+++]inkomen voor bejaarden » (artikel 2, eerste lid, 1°, e)).
En vertu de son article 1, les principes établis par la Charte de l'assuré social sont applicables « à toute personne et à toute institution de sécurité sociale », ce qui inclut notamment « l'ensemble des branches du régime d'aide sociale constitué par les allocations aux handicapés, le droit à un minimum de moyens d'existence, l'aide sociale, les prestations familiales garanties et le revenu garanti aux personnes âgées » (article 2, alinéa 1, 1°, e)).