De aanvrager moet tot het einde van de aanhoudingsperiode, bepaald in artikel 2, § 3, van Verordening (EG) nr. 2550/2001, iedere vermindering zonder vervanging van het aangegeven aantal ooien als gevolg van het natuurlijke verloop van de veestapel in de zin van artikel 41 van Verordening (EG) nr. 2419/2001 of als gevolg van overmacht, schriftelijk en binnen 10 werkdagen die volgen op de vaststelling van de vermindering, melden aan de buitendienst van de bevoegde dienst.
Jusqu'à la fin de la période de rétention fixée à l'article 2, § 3, du Règlement (CE) n° 2550/2001, le demandeur doit communiquer toute diminution sans remplacement du nombre de brebis déclaré, en raison d'un événement imputable à des circonstances naturelles de la vie du troupeau dans le sens de l'article 41 du Règlement (CE) n° 2419/2001 ou de force majeure, par écrit et dans les 10 jours de travail suivant la constatation de la diminution, au service extérieur du service compétent.