Met betrekking tot de problematiek van de vereiste van algemeen opzet of bedrieglijk opzet in verband met de verschillende misdrijven, antwoordt de minister dat hier een parallel werd getrokken met de gewone misdrijven (valsheid in geschrifte, bedrog); in verband met de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel in verband met de valsheid in geschrifte, werd het advies van de Raad van State gevolgd.
En ce qui concerne la condition du dol général ou de l'intention frauduleuse pour les différentes infractions, le ministre répond qu'on a établi un parallèle avec les infractions ordinaires (faux en écriture, fraude); pour ce qui est du respect du principe d'égalité concernant les faux en écriture, on a suivi l'avis du Conseil d'État.