Ze hebben betrekking op de noodzaak van het bestrijden van extreemrechtse ideeën. In de commissie heb ik duidelijk uitgelegd waarom die passages ons niet zinnen: niet omdat we ons geviseerd voelen, want we zijn geen rechts-extremisten, maar wel omdat men met hedendaagse categorieën het verleden al te simpel probeert voor te stellen en te reduceren.
Si ces passages ne nous plaisent pas, ce n'est pas parce que nous nous sentons visés étant donnés que nous ne sommes pas d'extrême-droite, mais parce que l'on cherche à présenter une image réductrice du passé.