« Geen bepaling van dit Verdrag mag worden uitgelegd als een verplichting (...) tot uitlevering als de aangezochte Verdragsluitende Staat redenen heeft om aan te nemen dat het verzoek (...) tot uitlevering betreffende dergelijke misdrijven is gedaan met de bedoeling om een persoon te vervolgen of te straffen op grond van zijn etnische oorsprong, godsdienst, nationaliteit of politieke gezindheid, dan wel dat gevolg daaraan geven de positie van betrokkene om een van deze redenen ongunstig dreigt te worden beïnvloed.
« Aucune disposition de la présente Convention ne doit être interprétée comme impliquant une obligation d'extradition (...) si l'Etat partie requis a des raisons de croire que la demande d'extradition pour des infractions visées par la Convention (...) a été présentée aux fins de poursuivre ou de punir une telle personne pour des considérations d'origine ethnique, de religion, de nationalité ou d'opinions politiques, ou que donner suite à cette demande porterait préjudice à la situation de cette personne pour l'une quelconque de ces considérations.