De bewoordingen van artikel 1595, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (« tussen echtgenoten kan geen koopcontract worden aangegaan, dan in de vier volgende gevallen ») laten niet toe, in tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, die bepaling aldus te interpreteren dat zij een niet-limitatieve opsomming bevat van gevallen waarin tussen echtgenoten een koopcontract kan worden gesloten.
Les termes de l'article 1595, alinéa 1er, du Code civil (« le contrat de vente ne peut avoir lieu entre époux que dans les quatre cas suivants ») ne permettent pas, contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, d'interpréter cette disposition comme établissant une énumération non limitative de cas dans lesquels un contrat de vente peut être conclu entre époux.