3. Bij toekenning evenwel van ouderdoms- of invaliditeitspensioen aan een ambtenaar of ander personeelslid op wie vóór zijn beëindiging van de dienst lid 2, eerste streepje, is toegepast en aan wie bij toepassing van de op 30
juni 1979 geldende tabellen een nettopensioen had kunnen worden uitbetaald dat hoger is dan het nettopensioen dat voortvloeit uit de toepassing van de op 1 j
uli 1979 in werking getreden tabellen, geschiedt de berekening van het aan de betrokkene uit te keren bedrag overeenkomstig de bepalinge
...[+++]n van lid 1, sub b).
3. Toutefois, en cas d'admission à la retraite d'ancienneté ou d'invalidité d'un fonctionnaire ou autre agent auquel il aurait été fait application du paragraphe 2 premier tiret antérieurement à son départ du service et à l'égard duquel l'application des tableaux en vigueur au 30 juin 1979 aurait permis de liquider des droits à pension d'un montant net supérieur au montant net résultant de l'application des tableaux entrés en vigueur le 1er juillet 1979, la liquidation du montant à servir à l'intéressé s'opère conformément au paragraphe 1 sous b).