In een vierde onderdeel voert de verzoekende partij aan dat het discriminerend zou zijn om voor de leerplichtige leerlingen uit het huisonderwijs het aantal pogingen om te slagen tot twee te beperken, terwijl leerlingen uit het gesubsidieerde of gefinancierde onderwijs meer pogingen zouden krijgen.
Dans une quatrième branche, la partie requérante fait valoir qu'il serait discriminatoire de limiter à deux le nombre de tentatives de réussite pour les enfants soumis à l'obligation scolaire de l'enseignement à domicile, alors que les élèves de l'enseignement subventionné ou financé recevraient davantage de tentatives.