Art. 4. Bij weigering van het interventieplan of het gereëvalueerde interventieplan door de begunstigde of diens vertegenwoordiger wordt de tenlasteneming beëindigd.
Art. 4. En cas de refus du plan d'intervention ou du plan d'intervention réévalué, par le bénéficiaire ou son représentant, la prise en charge est clôturée.