Te dezen kan de interpretatie van de verwijzende rechter overigens steunen op het feit dat, in tegenstelling tot andere bepalingen van het Burgerlijk Wetboek of van het Gerechtelijk Wetboek, de in het geding zijnde bepalingen de verzending bij gerechtsbrief niet uitdrukkelijk vereisen en dat het Hof van Cassatie in het voormelde arrest van 23 september 1996 heeft beslist dat die wijze van kennisgeving niet was verplicht voor de vorderingen bedoeld in artikel 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek.
En l'espèce, l'interprétation du juge a quo peut d'ailleurs se prévaloir de ce que, contrairement à d'autres dispositions du Code civil ou du Code judiciaire, les dispositions en cause ne requièrent pas formellement l'envoi par pli judiciaire et de ce que l'arrêt précité de la Cour de cassation du 23 septembre 1996 a décidé que cette modalité de notification ne s'imposait pas en ce qui concerne les demandes visées à l'article 1253quater du Code judiciaire.