Op 1 juni 1971 heeft de Raad van State aan de minister van Justitie een advies verstrekt volgens hetwelk men ervan moet uigaan dat de griffiers, leden van de rechterlijke macht, een gerechteljke functie uitoefenen in de zin van de artikelen 191 en 194 van het Gerechtelijk Wetboek (in hun toenmalige redactie).
Le 1 juin 1971, le Conseil d'État a donné au ministre de la Justice un avis aux termes duquel « l'on doit considérer que les greffiers, membres de l'Ordre judiciaire, exercent des fonctions judiciaires au sens des articles 191 et 194 du Code judiciaire (en vigueur à l'époque) ».