Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aanzuivering
Aanzuivering van de rekeningen
Aanzuivering van de verliezen
Aanzuivering van een regeling
Arrestatie
Beëindiging van een regeling
Collectieve aanzuivering van de passiva
Corrector van gerechtelijke notulen
Correctrice van gerechtelijke notulen
Deelnemen aan rabbijnse gerechtelijke procedures
Gerechtelijk notulist
Gerechtelijk notuliste
Gerechtelijke vervolging
Gerechtssecretaris
Griffier
Kindervoogdij of ondersteuningszaken
Procederen
Proeflezer van gerechtelijke notulen
Revisor van gerechtelijke notulen
Vereffening van de saldi

Traduction de «gerechtelijke aanzuivering » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
correctrice van gerechtelijke notulen | proeflezer van gerechtelijke notulen | corrector van gerechtelijke notulen | revisor van gerechtelijke notulen

correcteur d'épreuves | correctrice d'épreuves | scopiste


arrestatie | gerechtelijke vervolging | kindervoogdij of ondersteuningszaken | procederen

Action judiciaire pour garde ou soutien d'enfant Arrestation Litige Poursuite


collectieve aanzuivering van de passiva

apurement collectif du passif


aanzuivering van een regeling | beëindiging van een regeling

apurement d'un régime








aanzuivering | vereffening van de saldi

apurement des soldes


gerechtelijk notuliste | gerechtssecretaris | gerechtelijk notulist | griffier

greffier | sténographe | greffier/greffière | sténotypiste


deelnemen aan rabbijnse gerechtelijke procedures

participer à une procédure judiciaire rabbinique
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
De gerechtelijke aanzuivering heeft immers verplicht een looptijd van drie tot vijf jaar.

En effet, le règlement judiciaire a obligatoirement une durée de trois à cinq ans, ce qui porte préjudice à la fois au débiteur et au créancier.


De gerechtelijke aanzuivering heeft immers verplicht een looptijd van drie tot vijf jaar.

En effet, le règlement judiciaire a obligatoirement une durée de trois à cinq ans, ce qui porte préjudice à la fois au débiteur et au créancier.


De gerechtelijke aanzuivering heeft immers verplicht een looptijd van 3 tot 5 jaar.

En effet, le règlement judiciaire a obligatoirement une durée de 3 à 5 ans, ce qui porte préjudice à la fois au débiteur et au créancier.


De gerechtelijke aanzuivering heeft immers verplicht een looptijd van 3 tot 5 jaar.

En effet, le règlement judiciaire a obligatoirement une durée de 3 à 5 ans, ce qui porte préjudice à la fois au débiteur et au créancier.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
De gerechtelijke aanzuivering heeft immers verplicht een looptijd van 3 tot 5 jaar.

En effet, le règlement judiciaire a obligatoirement une durée de 3 à 5 ans, ce qui porte préjudice à la fois au débiteur et au créancier.


Het feit dat de tenlasteneming, door het Fonds, van de kosten, de emolumenten en het ereloon van de bemiddelaar in de gevallen van gerechtelijke aanzuivering die door de in het geding zijnde bepaling worden beoogd, een optreden van de rechter veronderstelt terwijl de beslissing aan het Fonds zelf toekomt in de andere gevallen, kan worden verantwoord door de omstandigheid dat de gedeeltelijke of volledige kwijtschelding van schulden die wordt beoogd in de artikelen 1675/13 en 1675/13bis, aan het oordeel van de rechter is onderworpen, die aldus over elementen beschikt op grond waarvan hij in de tegemoetkoming van het Fonds kan voorzien, re ...[+++]

S'il est vrai que la prise en charge, par le Fonds, des frais, émoluments et honoraires du médiateur dans les hypothèses de règlement judiciaire visées par la disposition en cause suppose une intervention du juge alors que la décision revient au Fonds lui-même dans les autres hypothèses, cela se justifie par la circonstance que la remise partielle ou totale de dettes, visée aux articles 1675/13 et 1675/13bis, est soumise à l'appréciation du juge, lequel dispose ainsi d'éléments lui permettant de prévoir l'intervention du Fonds, compte tenu de ce que le débiteur ne sera pas en mesure, le cas échéant, de rémunérer ou d'indemniser le médiat ...[+++]


Vermits luidens de in het geding zijnde bepaling de gedwongen verkoop geschiedt voor rekening van de boedel, kan de rechter erop toezien dat, in het kader van de minnelijke of de gerechtelijke aanzuivering, de opbrengst van de verkoop op dergelijke wijze worden aangewend dat het recht van de schuldenaar en van zijn gezin om een menswaardig leven te leiden niet in het gedrang worden gebracht.

Etant donné qu'aux termes de la disposition en cause, la vente forcée a lieu pour le compte de la masse, le juge peut veiller à ce que, dans le cadre du règlement amiable ou judiciaire, le produit de la vente soit utilisé en manière telle que le droit du débiteur et de sa famille de mener une vie conforme à la dignité humaine ne soit pas compromis.


Artikel 1675/13, § 4, eerste zin, van het Gerechtelijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de gefailleerden van wie het faillissement sinds minder dan tien jaar op grond van de wet van 18 april 1851 is gesloten, het voordeel van kwijtschelding van schulden ontzegt in het kader van een gerechtelijke aanzuivering geregeld in artikel 1675 van het Gerechtelijk Wetboek.

L'article 1675/13, § 4, première phrase, du Code judiciaire viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prive les faillis dont la clôture de la faillite a été prononcée sous l'empire de la loi du 18 avril 1851, depuis moins de dix ans, du bénéfice de la remise de dettes, dans le cadre d'un règlement judiciaire organisé par l'article 1675 du Code judiciaire.


Aan het Hof wordt de vraag gesteld of artikel 1675/13, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt dat, in afwijking van paragraaf 3, de beslagrechter kwijtschelding kan verlenen voor de schulden van een gefailleerde die overblijven na een faillissement waarvan de sluiting is uitgesproken met toepassing van de wet van 18 april 1851 op het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling, meer dan tien jaar vóór de neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1675/4, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat het de gefailleerden bij wie de sluiting van het faillissement onder de gelding van dezelfde wet sedert minder dan tien jaar werd uitgesproken, het voordeel ontzegt van de kwijtschelding in het kade ...[+++]

La Cour est interrogée sur le point de savoir si l'article 1675/13, § 4, du Code judiciaire, qui dispose que, par dérogation au paragraphe 3, le juge des saisies peut accorder la remise au failli de dettes subsistant après une faillite dont la clôture a été prononcée en application de la loi du 18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes et sursis de paiement plus de dix ans avant le dépôt de la requête visée à l'article 1675/4, viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prive les faillis dont la clôture de la faillite a été prononcée sous l'empire de la même loi, depuis moins de dix ans, du bénéfice de la remise de dettes dans le cadre d'un règlement judici ...[+++]


« Schendt artikel 1675/13, § 4, dat bepaalt dat in afwijking van § 3, de beslagrechter kwijtschelding kan verlenen voor de schulden van een gefailleerde die overblijven na een faillissement waarvan de sluiting is uitgesproken met toepassing van de wet van 18 april 1851 op het faillissement, de bankbreuk en de opschorting van betaling sedert meer dan tien jaar op het moment van neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel 1675/4, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en roept het een discriminatie in het leven die niet verantwoord is ten aanzien van het te verwezenlijken doel, doordat het de gefailleerden bij wie de sluiting van het faillissement onder de gelding van de vorige wet sedert minder dan tien jaar werd uitgesproken het vo ...[+++]

« L'article 1675/13, § 4, qui dispose que par dérogation au § 3, le juge des saisies peut accorder la remise de dettes d'un failli, subsistant après une faillite dont la clôture a été prononcée en application de la loi du 18 avril 1851 sur les faillites, banqueroutes et sursis de paiement depuis plus de dix ans au moment du dépôt de la requête visée à l'article 1675/4, est-il contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution et crée-t-il une discrimination non justifiée au regard de l'objectif à atteindre, en ce qu'il prive les faillis dont la clôture de la faillite a été prononcée sous l'empire de l'ancienne loi, depuis moins de dix ans, du bénéfice de la remise de dette, dans le cadre d'un règlement j ...[+++]


w