2 ter. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat emissiereducties die worden bereikt dankzij projectactiviteiten zoals bedoeld in lid 1 of lid 2 of door middel van overdrachten vanuit andere lidstaten krachtens artikel 3, lid 3, en lid 3 bis, worden aangevuld met door de lidstaten genomen binnenlandse maatregelen.
2 ter. Les États membres veillent à ce que les réductions des émissions résultant des activités de projets visées aux paragraphes 1 et 2 ou résultant de transferts d'autres États membres au titre de l'article 3, paragraphes 3 et 3 bis, aient un caractère complémentaire par rapport aux dispositions nationales des États membres.