Art. 6. De Regering delegeert de bevoegdheid om bepaalde machtigingen en vergunningen van in-, uit-, doorvoer en overbrenging toe te kennen aan de Secretaris-generaal of de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie voor zover het gaat over de invoer vanuit of de uitvoer naar een land dat lid is van de Europese Unie, van de NAVO, van de EER of Zwitserland of voor zover er een uitdrukkelijke machtiging is voor een specifieke gebeurtenis.
Art. 6. Le Gouvernement délègue au Secrétaire général ou au Secrétaire général adjoint du Ministère la compétence d'attribuer certaines autorisations et les licences d'importation, d'exportation, de transit et de transfert dans la mesure où il s'agit de l'importation en provenance ou de l'exportation vers un pays membre de l'Union européenne, de l'OTAN, de l'EEE ou la Suisse ou dans la mesure où il l'autorise expressément pour un événement spécifique.