Wanneer de gemiddelde duur van de technische voorzieningen meer dan 12 jaar bedraagt, wordt een derde daarvan toereikend geacht voor de bepaling van de in de eerste alinea bedoelde periode, met een maximum van zeven jaar.
Si la durée moyenne des provisions techniques excède douze ans, un tiers de cette période est censée convenir pour la fixation du délai visé au premier alinéa, avec un maximum de sept ans.