20. is van mening dat voor de watervoorziening (met inbegrip van de afvoer van afvalwater), gezien de existerende regionale b
ijzonderheden en de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de drinkwatervoorziening, alsmede gezien de vele voorwaarden waaraan drinkwater moet voldoen, geen echte liberalisering dient plaats te vinden, doch verlang
t dat - beneden het niveau van de liberalisering - door een veelvoud van individuele maatregelen een beperkte opening van de markt wordt gerealiseerd, dat door het wegnemen van concurrentiebeperkinge
...[+++]n de watervoorziening wordt "gemoderniseerd" en dat het principe van gelijke behandeling van openbare en particuliere ondernemingen ingang vindt; 20. est d'a
vis qu'il n'y a pas lieu de libéraliser l'approvisionnement en eau (en ce compris l'élimination des eaux usées) – en raison des spécificités régionales et de la compétence des municipalités en matière d'approvisionnement en eau potable ainsi qu'en raison des autres conditions, de nature multiple, auxquelles l'eau potable est soumise –, mais demande que, à un échelon inférieur à la libéralisation, des mesures ponctuelles et différenciées d'ouverture limitée du marché et l'élimination des restrictions de concurrence permettent de "moderniser" l'approvisionnement en eau et exige que le principe de l'égalité de traitement entre en
...[+++]treprises publiques et entreprises privées l'emporte;