1. De lidstaten zien erop toe dat de producten waarvoor gemeenschappelijke handelsnormen gelden, slechts te koop worden uitgestald, te koop worden aangeboden, worden verkocht of anderszins worden verhandeld als zij met die normen in overeenstemming zijn.
1. Les États membres veillent à ce que les produits auxquels s'appliquent des normes communes de commercialisation ne soient exposés à la vente, mis en vente, vendus ou commercialisés d'une autre manière que s'ils satisfont à ces normes.