4. wijst er nogmaals op dat het recht op gezondheid een grondrecht is en dat iedereen in geval van ziekte aanspraak moet kunnen maken op preventievoorzieningen en op een op gemeenschapsbasis geschoeide, kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg en behandeling; merkt voorts op dat de waarborging van een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid als doelstelling voor de Europese Unie en de lidstaten voorop moet staan bij de vaststelling en uitvoering van de beleidsstrategieën van de Gemeenschap;
4. rappelle que la santé est un droit fondamental et que chacun doit bénéficier des mesures de prévention et des services de santé et de soins de qualité et de proximité en cas de maladie; rappelle l'objectif de l'Union européenne et des États membres d'assurer un niveau élevé de protection de la santé humaine dans la définition et la mise en œuvre des politiques de la Communauté;