Bovendien moet het derde land of gebied van oorsprong van de wol en het haar vrij zijn van mond-en-klauwzeer en, in geval van wol en haar van schapen en geiten, van schapen- en geitenpokken overeenkomstig de algemene basiscriteria van bijlage II bij Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (5).
Le pays tiers ou la région de pays tiers d’origine de la laine et des poils devrait en outre être indemne de fièvre aphteuse et, pour la laine et les poils d’ovins ou de caprins, de clavelée et de variole caprine, conformément aux critères généraux de base établis à l’annexe II de la directive 2004/68/CE du Conseil du 26 avril 2004 établissant les règles de police sanitaire relatives à l’importation et au transit, dans la Communauté, de certains ongulés vivants, modifiant les directives 90/426/CEE et 92/65/CEE et abrogeant la directive 72/462/CEE (5).