Aangezien de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet niet de verplichting opleggen om inzake het pensioen het administratief, technisch en arbeiderspersoneel van de universiteiten die worden ingericht door de gemeenschap en dat personeel van de door de gemeenschap gesubsidieerde universiteiten op dezelfde wijze te behandelen, dient de tweede prejudiciële vraag niet te worden beantwoord.
Dès lors que les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution n'imposent pas de traiter de la même manière en matière de pension le PATO des universités organisées par la communauté et celui des universités subventionnées par la communauté, la seconde question préjudicielle n'appelle pas de réponse.