Het wetboek breekt aldus gedeeltelijk met de huidige oplossingen waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen de uitoefening van het ouderlijk gezag, die in toepassing van artikel 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt beheerst door de nationale wet van de onbekwame, en het nemen van beschermingsmaatregelen, wat onderworpen is aan een territoriale factor vermits de beschermingsbepalingen omschreven worden als politiewetten.
Le code rompt ainsi partiellement avec les solutions actuelles, qui opèrent une distinction entre l'exercice de l'autorité parentale, régi par la loi nationale de l'incapable en vertu de l'article 3 du Code civil, et l'adoption de mesures protectionnelles, qui obéit à un facteur de type territorial en raison d'une qualification comme lois de police des dispositions qui organisent cette protection.