In zijn arrest nr. 14/91 heeft het Arbitragehof er uitdrukkelijk op gewezen dat « de normen die de uitoefening van het recht van antwoord moeten waarborgen een eigen doelstelling hebben die niet verschilt naargelang het om een geluidsmedium, een visueel of een geschreven medium gaat.
Dans son arrêt nº 14/91, la Cour d'arbitrage a expressément souligné que « Les normes qui doivent garantir l'exercice de ce droit ont un objet propre qui n'est pas différent selon que le média est sonore, visuel ou écrit.