19. neemt kennis van het belang dat tijdens de 31ezitting aan de vrijheid van geloof of levensovertuiging wordt gehecht en herinnert eraan dat
dit zowel het recht inhoudt om te geloven of niet te geloven als het recht om zich in
te zetten voor een geloofsovertuiging of om van geloofsovertuiging te veranderen; benadrukt opnieuw zijn gehechtheid aan het secularisme als fundamenteel kenmerk van bepaalde landen en culturen, dat neerkomt op een strikte scheiding van politiek en religie, hetgeen impliceert dat religieuze inmenging in reger
...[+++]ingsaangelegenheden en politieke bemoeienis met religieuze zaken uit den boze zijn, tenzij dit dient om de veiligheid en de openbare orde (met inbegrip van de eerbiediging van andermans vrijheid) te bewaren, en dat iedereen (gelovigen, agnosten en atheïsten) in gelijke mate vrijheid van mening en van openbare meningsuiting biedt; 19. prend note de l'importance accordée lors de la 31 session à la liberté de religion ou de conviction et rappelle que celle-ci suppose tout autant le droit de croire et de ne pas croire que celui de promouvoir des convictions
religieuses et d'en changer; souligne de nouveau son attachement au sécularisme en tant que caractéristique fondamentale de certains États et cultures et défini comme la stricte séparation entre les autorités politiques et religieuses, qui implique le rejet de toute interférence religieuse dans le fonctionnement du gouvernement et de toute interférence politique dans les affaires religieuses, si ce n'est pour mai
...[+++]ntenir les règles de sécurité et l'ordre public (y compris le respect de la liberté d'autrui), et garantit à tous (croyants, agnostiques ou athées) une égale liberté de conscience ainsi que l'expression publique des convictions;