4. Na een gelijktijdige controle stellen de bevoegde autoriteiten de accijnsverbindingsbureaus van de andere lidstaten onverwijld in kennis van de naar aanleiding van deze gelijktijdige controle ontdekte fraudemechanismen, wanneer deze informatie geacht kan worden van bijzonder belang voor andere lidstaten te zijn.
4. Après un contrôle simultané, les autorités compétentes informent sans tarder les bureaux de liaison accises des autres États membres des mécanismes de fraude mis en évidence lors de ce contrôle simultané, lorsqu'elles estiment que ces informations présentent un intérêt particulier pour d'autres États membres.