5. Na afloop van een gelijktijdige controle stellen de bevoegde autoriteiten de centrale verbindingsbureaus voor accijnszaken van de andere lidstaten onverwijld in kennis van alle gedurende de gelijktijdige controle geconstateerde methoden en praktijken die daadwerkelijk of vermoedelijk werden gebruikt voor het overtreden van de accijnswetgeving, wanneer deze informatie voor andere lidstaten van bijzonder belang kan zijn.
5. Une fois le contrôle simultané réalisé, lorsque ces informations peuvent présenter un intérêt particulier pour d'autres États membres, les autorités compétentes informent sans tarder les bureaux centraux de liaison pour l'accise des autres États membres des méthodes et pratiques mises en œuvre ou suspectées d'être mises en œuvre pour contourner la législation relative aux droits d'accise qu'elles ont mises en évidence lors de ce contrôle simultané.