Wanneer de gordel evenwijdig met de rijrichting en in de vorm van een gelijkbenige driehoek volledig wordt uitgetrokken dan moet de horizontale afstand van de gesp tot aan de voorkant van de respectievelijke zitting minimaal 0,75 m bedragen, ongeacht waar de gordelverankeringspunten zich bevinden.
Lorsque la ceinture est entièrement étirée de manière parallèle au sens de la circulation, sous la forme d'un triangle isocèle, la distance horizontale à partir de la boucle jusqu'à l'avant de l'assise du siège respectif doit être de minimum 0,75 m, indépendamment de l'endroit où sont situés les points d'ancrage de la ceinture.