3. Wanneer geen termijn is vastgesteld voor het indienen van de bewijsstukken voor het vrijgeven van een zekerheid, geldt als uiterste termijn 365 kalenderdagen na de vastgestelde termijn voor de nakoming van de verplichting waarvoor de zekerheid is gesteld.
3. Si aucun délai n’est prévu pour la production des preuves nécessaires pour obtenir la libération d’une garantie, ce délai est de 365 jours de calendrier à compter du délai fixé pour respecter l’obligation à laquelle correspond la garantie constituée.