De Regering en de gemachtigde ambtenaar kunnen een dading slechts geldig voorstellen wanneer de Procureur des Konings geen intentie te kennen gegeven heeft de strafvordering voort te zetten of uit te breiden overeenkomstig de artikelen 216bis en ter van het Wetboek van Strafvordering binnen negentig dagen nadat hem de aanvraag gedaan werd en, wanneer het misdrijf doorlopend is, nadat er een einde is gesteld aan de misdrijfsituatie.
Le Gouvernement et le fonctionnaire délégué ne peuvent proposer valablement une transaction que lorsque le Procureur du Roi n'a pas marqué son intention de poursuivre ou d'éteindre l'action publique conformément aux articles 216bis et ter du Code d'instruction criminelle dans les nonante jours de la demande qui lui est faite et, lorsque l'infraction est continue, qu'après qu'il est mis fin à la situation infractionnelle.